Gehaakt
paaskuikentje
Buiten is het guur en koud.
Maar binnen gloort de lente.
Tijd om de paasdecoraties weer van zolder te halen.
De paastak staat weer.
Daar horen natuurlijk ook kuikentjes bij.
Deze in het ei komen uit het boekje Lieve diertjes zelf haken van Anna Paula Rimoli.
Ik heb zelf iets grotere kuikentjes en een moederkipje gehaakt in vrolijke paaskleurtjes.
Laat de lente nu maar komen!
Wil jij ook een paar van deze schatjes haken?
Voor onder de paastak?
Benodigdheden:
v Breikatoen in
een paaskleur (ik gebruik Catania Schachemmayr #208, 50 g/ 125 m)
v Haaknaald #3
en stopnaald
v Twee kleine
zwarte kraaltjes (verkrijgbaar bij Xenos)
v Geel of
oranje vilt voor de snavel
v Plukje
vulling (fiberfill)
Kuikentje:
Begin
bij de bovenkant.
Toer 1: Haak 2 strakke
lossen. Haak 6 v in de tweede losse vanaf de haaknaald (= 6). Zorg dat het
gaatje zo klein mogelijk blijft.
Toer 2: 2v in elke v
(= 12).
Toer 3: v in elke v,
maar 2 v in elke 2e v (= 18)
Toer 4-9 (6
toeren):
v in elke v (= 18)
Toer 10: Haak in de
volgende 9 vasten 2 v (dus meerderen), in de vasten daarna een v in elke v (= 27).
Leg
de haaknaald neer en neem naald en draad op om de oogjes en de snavel te
bevestigen. De oogjes tussen toer 5 en 6, de snavel tussen toer 8 en 9. Voor de
snavel knip je een kleine ruitvorm uit het vilt en deze bevestig je met kleine
steekjes over dwars van het ruitje. Ik gebruikte rode draad voor contrast.
Pak
de haaknaald weer op.
Toer 11: in de eerste
6 v een v in elke v haken. Haak in de volgende 6 vasten 2 v (dus meerderen),
daarna in de volgende 15 v weer een v in elke v (= 33).
Toer 12-14 (3
toeren): v
in elke v (= 33)
Toer 15: in de eerste
9 v een v in elke v haken. Minder daarna 3 keer (dus 3 keer 2 vasten samen haken)
en haak in de volgende 18 v weer een v in elke v (= 30).
Toer 16: v in elke v,
maar minder elke 5e v (= 25).
Toer 17: v in elke v,
maar minder elke 4e v (= 20).
Vul
op.
Toer 18: v in elke v,
maar minder elke 2e v (= 14).
Toer 19-..: minder elke
v, totdat je niet meer verder kunt. Hecht netjes af.
Moederkipje:
Lijfje:
Begin
bij de bovenkant van moederkip met wit.
Toer 1: Haak 2 strakke
lossen. Haak 6 v in de tweede losse vanaf de haaknaald (= 6). Zorg dat het
gaatje zo klein mogelijk blijft.
Toer 2: 2v in elke v
(= 12).
Toer 3: v in elke v,
maar 2 v in elke 2e v (= 18)
Toer 4: v in elke v,
maar 2 v in elke 3e v (= 24)
Toer 5-10 (6
toeren):
v in elke v (= 24)
Toer 11: Haak in de
volgende 12 vasten 2 v (dus meerderen), in de 12 vasten daarna een v in elke v
(= 36).
Leg
de haaknaald neer en neem naald en draad op om de oogjes en de snavel te
bevestigen. De oogjes tussen toer 6 en 7, de snavel tussen toer 8 en 9. Voor de
snavel knip je een kleine ruitvorm uit het vilt en deze bevestig je met kleine
steekjes over dwars van het ruitje. Ik gebruikte rode draad voor contrast.
Pak
de haaknaald weer op.
Toer 12: in de eerste
8 v een v in elke v haken. Haak in de volgende 8 vasten 2 v (dus meerderen),
daarna in de volgende 20 v weer een v in elke v (= 44).
Toer 13-16 (4
toeren): v
in elke v (= 44)
Toer 17: in de eerste
12 v een v in elke v haken. Minder daarna 4 keer (dus 4 keer 2 vasten samen haken)
en haak in de volgende 24 v weer een v in elke v (= 40).
Toer 18: v in elke v,
maar minder elke 5e v (= 32).
Toer 19: v in elke v (=
32).
Toer 20: v in elke v,
maar minder elke 4e v (= 24).
Toer 21: v in elke v,
maar minder elke 3e v (= 16).
Vul
op.
Toer 20: v in elke v,
maar minder elke 2e v (= 8).
Toer 21-..: minder elke
v, totdat je niet meer verder kunt. Hecht netjes af.
Kam:
Gebruik
voor de kam rood breikatoen.
Toer 1: Haak 9 l.
Toer 2: Haak 3 v in
de 2e losse vanaf de haaknaald, haak 1 v in de 4e losse,
haak 3 v in de 5e losse, haak 1 v in de 7e l, haak 3 v in
de 8e l. Hecht af. Laat een lang uiteinde zitten en naai hiermee de
kam op de kop van moederkip ter hoogte van toer 3.
Vrolijk Pasen!