zondag 10 maart 2013

Gehaakte paaskuikentjes/ Crocheted easter chicks

Gehaakt paaskuikentje

Buiten is het guur en koud.
Maar binnen gloort de lente.
Tijd om de paasdecoraties weer van zolder te halen.
De paastak staat weer.
Daar horen natuurlijk ook kuikentjes bij.

Deze in het ei komen uit het boekje Lieve diertjes zelf haken van Anna Paula Rimoli.


Ik heb zelf iets grotere kuikentjes en een moederkipje gehaakt in vrolijke paaskleurtjes.
Laat de lente nu maar komen! 



Wil jij ook een paar van deze schatjes haken?


Voor onder de paastak?



Benodigdheden:
v  Breikatoen in een paaskleur (ik gebruik Catania Schachemmayr #208, 50 g/ 125 m)
v  Haaknaald #3 en stopnaald
v  Twee kleine zwarte kraaltjes (verkrijgbaar bij Xenos)
v  Geel of oranje vilt voor de snavel
v  Plukje vulling (fiberfill)

Kuikentje:
Begin bij de bovenkant.
Toer 1: Haak 2 strakke lossen. Haak 6 v in de tweede losse vanaf de haaknaald (= 6). Zorg dat het gaatje zo klein mogelijk blijft.
Toer 2: 2v in elke v (= 12).
Toer 3: v in elke v, maar 2 v in elke 2e v (= 18)
Toer 4-9 (6 toeren): v in elke v (= 18)
Toer 10: Haak in de volgende 9 vasten 2 v (dus meerderen), in de vasten daarna een v in elke v (= 27).
Leg de haaknaald neer en neem naald en draad op om de oogjes en de snavel te bevestigen. De oogjes tussen toer 5 en 6, de snavel tussen toer 8 en 9. Voor de snavel knip je een kleine ruitvorm uit het vilt en deze bevestig je met kleine steekjes over dwars van het ruitje. Ik gebruikte rode draad voor contrast.
Pak de haaknaald weer op.
Toer 11: in de eerste 6 v een v in elke v haken. Haak in de volgende 6 vasten 2 v (dus meerderen), daarna in de volgende 15 v weer een v in elke v (= 33).
Toer 12-14 (3 toeren): v in elke v (= 33)
Toer 15: in de eerste 9 v een v in elke v haken. Minder daarna 3 keer (dus 3 keer 2 vasten samen haken) en haak in de volgende 18 v weer een v in elke v (= 30).
Toer 16: v in elke v, maar minder elke 5e v (= 25).
Toer 17: v in elke v, maar minder elke 4e v (= 20).
Vul op.
Toer 18: v in elke v, maar minder elke 2e v (= 14).
Toer 19-..: minder elke v, totdat je niet meer verder kunt. Hecht netjes af.

Moederkipje:
Lijfje:
Begin bij de bovenkant van moederkip met wit.
Toer 1: Haak 2 strakke lossen. Haak 6 v in de tweede losse vanaf de haaknaald (= 6). Zorg dat het gaatje zo klein mogelijk blijft.
Toer 2: 2v in elke v (= 12).
Toer 3: v in elke v, maar 2 v in elke 2e v (= 18)
Toer 4: v in elke v, maar 2 v in elke 3e v (= 24)
Toer 5-10 (6 toeren): v in elke v (= 24)
Toer 11: Haak in de volgende 12 vasten 2 v (dus meerderen), in de 12 vasten daarna een v in elke v (= 36).
Leg de haaknaald neer en neem naald en draad op om de oogjes en de snavel te bevestigen. De oogjes tussen toer 6 en 7, de snavel tussen toer 8 en 9. Voor de snavel knip je een kleine ruitvorm uit het vilt en deze bevestig je met kleine steekjes over dwars van het ruitje. Ik gebruikte rode draad voor contrast.
Pak de haaknaald weer op.
Toer 12: in de eerste 8 v een v in elke v haken. Haak in de volgende 8 vasten 2 v (dus meerderen), daarna in de volgende 20 v weer een v in elke v (= 44).
Toer 13-16 (4 toeren): v in elke v (= 44)
Toer 17: in de eerste 12 v een v in elke v haken. Minder daarna 4 keer (dus 4 keer 2 vasten samen haken) en haak in de volgende 24 v weer een v in elke v (= 40).
Toer 18: v in elke v, maar minder elke 5e v (= 32).
Toer 19: v in elke v (= 32).
Toer 20: v in elke v, maar minder elke 4e v (= 24).
Toer 21: v in elke v, maar minder elke 3e v (= 16).
Vul op.
Toer 20: v in elke v, maar minder elke 2e v (= 8).
Toer 21-..: minder elke v, totdat je niet meer verder kunt. Hecht netjes af.

Kam:
Gebruik voor de kam rood breikatoen.
Toer 1: Haak  9 l.
Toer 2: Haak 3 v in de 2e losse vanaf de haaknaald, haak 1 v in de 4e losse, haak 3 v in de 5e losse, haak 1 v in de 7e l, haak 3 v in de 8e l. Hecht af. Laat een lang uiteinde zitten en naai hiermee de kam op de kop van moederkip ter hoogte van toer 3.

Vrolijk Pasen!




5 opmerkingen: